#use wml::debian::template title="BTS-systeem van Debian — info voor ontwikkelaars" NOHEADER=yes NOCOPYRIGHT=true #include "$(ENGLISHDIR)/Bugs/pkgreport-opts.inc" #use wml::debian::translation-check translation="40a57e26c62893be7c80d82f1772999f68d51179"
Aanvankelijk wordt een bugrapport ingediend door een gebruiker
met een gewoon e-mailbericht naar submit@bugs.debian.org
.
Dit moet een regel bevatten met Package
(zie Instructies voor het rapporteren van een bug
voor meer informatie). Dit krijgt dan een nummer; de indiener krijgt een
ontvangstbevestiging en het rapport wordt doorgestuurd naar
debian-bugs-dist
. Indien de Package
-regel
een pakket bevat met een gekende onderhouder, dan zal die ook een kopie
ontvangen.
Aan de Onderwerp
-regel wordt
Bug#
nnn:
toegevoegd en
Antwoorden-naar
wordt zo ingesteld dat dit veld zowel de
indiener van het rapport als nnn@bugs.debian.org
bevat.
X-Debian-PR: quiet
Bugrapporten in Debian moeten gesloten worden als het probleem opgelost is. Problemen in pakketten kunnen enkel als opgelost beschouwd worden, wanneer een pakket met de oplossing voor de bug het archief van Debian binnenkomt.
Normaal zijn de enige mensen die een bugrapport mogen sluiten, de indiener van het rapport en de onderhouder(s) van het pakket waartegen de bug ingediend werd. Er bestaan uitzonderingen op deze regel, bijvoorbeeld voor bugs die tegen een onbekend pakket ingediend werden of tegen bepaalde generieke pseudopakketten. Een bug kan gesloten worden door iedere medewerker indien de bug een verweesd pakket betreft, of indien de onderhouder naliet het te sluiten. Het is zeer belangrijk om de versie te vermelden waarin de bug opgelost werd. Sluit bij twijfel geen bugs, maar vraag eerst om advies op de mailinglijst debian-devel.
Bugrapporten moeten gesloten worden door een e-mail te sturen naar
nnn-done@bugs.debian.org
. De berichttekst moet
een uitleg bevatten over hoe de bug opgelost is.
Met de e-mails die u ontving van het bugvolgsysteem, is het enige wat
u moet doen om een bug te sluiten, zo'n bericht in uw e-mailprogramma
beantwoorden en het veld Aan:
veranderen naar
nnn-done@bugs.debian.org
in plaats van
nnn@bugs.debian.org
(nnn-close
is een alias voor
nnn-done
).
Geef, indien van toepassing, een Version
regel op in de
pseudokop van uw bericht bij het
sluiten van een bug, zodat het bugvolgsysteem weet welke uitgaven van het
pakket de oplossing bevatten.
De persoon die de bug sloot, de persoon die de bug indiende en de
mailinglijst debian-bugs-closed
krijgen elk een melding
over de gewijzigde toestand van het rapport. De indiener en de mailinglijst
ontvangen ook de inhoud van het bericht dat verzonden werd naar
nnn-done
.
Bij het doorsturen van het bugrapport zal het bugvolgsysteem het
adres van de indiener en het adres van de bug
(nnn@bugs.debian.org
) toevoegen aan het kopveld
Antwoordadres:
. Merk op dat dit twee verschillende adressen
zijn.
Elke ontwikkelaar die op een bugrapport wil antwoorden, moet gewoon het
bericht beantwoorden met inachtneming van het kopveld
Antwoordadres:
. Daardoor wordt de bug niet
gesloten.
Gebruik niet de functies Allen beantwoorden
of
Opvolgingsbericht
van uw e-mailprogramma, tenzij u van plan bent de
ontvangers aanzienlijk aan te passen. Zorg er in het bijzonder voor om geen
opvolgingsberichten te sturen naar submit@bugs.debian.org
.
Berichten kunnen naar de volgende adressen worden verzonden om opgenomen te worden in het bugvolgsysteem:
@bugs.debian.org
— zulke berichten worden ook
gestuurd naar de pakketonderhouder en doorgestuurd naar
debian-bugs-dist
, maar niet naar de
indiener;
-submitter@bugs.debian.org
— deze berichten
worden ook gestuurd naan de indiener en doorgestuurd naar
debian-bugs-dist
, maar niet naar de
pakketonderhouder;
-maintonly@bugs.debian.org
— deze berichten
worden enkel naar de pakketonderhouder gestuurd en niet
naar de indiener, noch naar debian-bugs-dist
;
-quiet@bugs.debian.org
— deze berichten worden
enkel gearchiveerd in het bugvolgsysteem (net als alle hierboven vermelde),
maar worden naar niemand anders gestuurd.
Raadpleeg Instructies voor het rapporteren van een bug voor meer informatie over kopvelden voor het onderdrukken van ontvangstbevestigingsberichten en hoe u met het bugvolgsysteem Cc'tjes kunt zenden.
Het bugsysteem registreert een ernstigheidsniveau bij elk bugrapport.
Standaard is dit normal
, maar dit kan vervangen worden
door in de pseudokop een regel met Severity
op te nemen
bij het indienen van het bugrapport (zie de
Instructies voor het rapporteren van een bug),
of door het commando severity
te gebruiken met de
server voor controleaanvragen.
De ernstigheidsniveaus zijn:
critical
grave
serious
must- of een
required-richtlijn), of het maakt het pakket ongeschikt voor uitgave naar de mening van de pakketonderhouder of de releasemanager.
important
normal
minor
wishlist
Bepaalde ernstigheidsgraden worden als release-kritiek beschouwd, wat betekent dat de bug een impact zal hebben op het uitbrengen van het pakket in de volgende stabiele release van Debian. Momenteel zijn dit critical, grave en serious. Voor de volledige en canonieke regels over welke problemen deze ernstigheidskwalificaties verdienen, kunt u de lijst met release-kritieke problemen voor de volgende release raadplegen.
Elke bug kan nul of meer van een aantal mogelijke tags bevatten. Deze tags worden weergegeven in de lijst met bugs wanneer u naar de pagina van een pakket of naar het volledige buglogboek kijkt.
Tags kunnen ingesteld worden met een Tags
-regel in de
pseudokop bij het indienen van het bugrapport (zie de
Instructies voor het rapporteren van een bug),
of door het commando tags
te gebruiken met de
server voor controleaanvragen.
Scheid meerdere tags met komma's, spaties of beide.
De huidige bugtags zijn:
patch
wontfix
moreinfo
Het werkt niet. Wat werkt niet?
unreproducible
help
newcomer
.newcomer
pending
fixed
fixed.
security
upstream
confirmed
fixed-upstream
fixed-in-experimental
d-i
ipv6
lfs
l10n
a11y
ftbfs
Wat informatie over distributie-specifieke tags:
de tags -ignore
zorgen ervoor dat de bug genegeerd wordt
met het oog op de doorstroming van het pakket naar de
testing-distributie. De release
-tags geven aan dat de bug
in kwestie niet gearchiveerd mag worden totdat hij gerepareerd is
in de reeks gespecificeerde releases. Deze tags geven ook aan dat een bug
enkel als een bug beschouwd mag worden voor de reeks van gespecificeerde
releases. [Met andere woorden, de bug is afwezig in elke
release waarvoor de overeenkomstige release-tag niet
ingesteld werd, wanneer release-tags gebruikt werden; voor het overige
gelden de normale regels i.v.m. gevonden/gerepareerd.]
Release-tags mogen niet gebruikt worden als een juiste
toewijzing van de bug aan een pakketversie het gewenste effect kan
hebben, omdat deze tags manuele interventie vereisen om ze toe te
voegen en te verwijderen. Indien u erover twijfelt of een release-tag
vereist is, vraag dan om advies aan de beheerders van het Debian BTS
(
Wanneer een ontwikkelaar een bugrapport doorstuurt naar de ontwikkelaar van het bovenstroomse pakket waarvan het Debian-pakket afgeleid is, moet deze dit als volgt noteren in het bugvolgsysteem:
Zorg ervoor dat het veld Aan:
van uw bericht naar de auteur
enkel het/de adres(sen) van de auteur(s) bevat; plaats de persoon die de
bug rapporteerde, nnn-forwarded@bugs.debian.org
en nnn@bugs.debian.org
in het veld Cc:
.
Vraag de auteur wanneer deze antwoordt om de Cc:
naar
nnn-forwarded@bugs.debian.org
te behouden,
zodat het bugvolgsysteem dit antwoord kan opslaan bij het
originele rapport. Deze berichten worden enkel opgeslagen en niet
doorgestuurd; om zoals gewoonlijk een bericht te sturen, moet u het ook
naar nnn@bugs.debian.org
sturen.
Wanneer het bugvolgsysteem een bericht krijgt op
nnn-forwarded
, zal het de betrokken bug markeren
als doorgestuurd naar het/de adres(sen) in het Aan:
-veld van
het bericht dat het ontvangt, mocht de bug nog niet als doorgestuurd
gemarkeerd zijn.
U kunt de informatie in verband met doorgestuurd aan
ook
manipuleren door berichten te sturen naar
control@bugs.debian.org
.
In de gevallen waarin de persoon die verantwoordelijk is voor het repareren van een bug niet de aangewezen onderhouder is van het betreffende pakket (bijvoorbeeld als het pakket door een team onderhouden wordt), kan het nuttig zijn om dit feit te noteren in het bugvolgsysteem. Om hierbij behulpzaam te zijn, kan elke bug facultatief een eigenaar hebben.
De eigenaar kan ingesteld worden door bij het indienen van het
bugrapport een Owner
-regel toe te voegen in de pseudokop
(zie de instructies voor het rapporteren van bugs), of door de commando's owner
en noowner
te gebruiken met de server voor controleaanvragen.
Als de onderhouder van een pakket niet correct wordt vermeld, is dit
meestal omdat er recent een nieuwe onderhouder kwam en deze
nog geen nieuwe versie van het pakket geüpload heeft met een aangepast
veld Maintainer
in het control-bestand. Dit zal rechtgezet
worden wanneer het pakket geüpload wordt; een andere mogelijkheid is dat
de beheerders van het archief handmatig het maintainer-element van het
pakket overschrijven, bijvoorbeeld als niet te verwachten valt dat het
pakket binnenkort opnieuw zal gebouwd en geüpload moeten worden. Contacteer
override-change@debian.org
voor aanpassingen aan het
override-bestand.
Het is mogelijk om bugrapporten opnieuw toe te wijzen aan andere
pakketten, om ten onrechte gesloten bugs opnieuw te openen, om
wijzigingen aan te brengen in de informatie over waarnaartoe
een bugrapport eventueel doorgestuurd werd, om de ernstigheid van een bug
of de titel van een rapport aan te passen, om de eigenaar van een bug
in te stellen, om bugrapporten samen te voegen of uit te splitsen en om
de versies van pakketten te noteren waarin bugs gevonden werden en
waarin deze opgelost werden. Dit gebeurt door het sturen van e-mail naar
control@bugs.debian.org
.
De indeling van deze berichten wordt
beschreven in een ander document, dat te vinden is op het World Wide Web of
in het bestand bug-maint-mailcontrol.txt
. Een versie in
gewone tekst kan ook verkregen worden door het woord help
te mailen naar de server op het hierboven vermelde adres.
Het bugvolgsysteem laat ook toe dat indieners van bugs, ontwikkelaars
en andere geïnteresseerde derden intekenen op individuele bugs. Deze
functionaliteit kan gebruikt worden door diegenen die een bug in het oog
willen houden, zonder te hoeven intekenen op een pakket via de
Pakkettracering van Debian.
Alle berichten die op nnn@bugs.debian.org
ontvangen worden, worden doorgestuurd naar de intekenaars.
Intekenen op een bug kan door een e-mail te sturen naar
nnn-subscribe@bugs.debian.org
. Het onderwerp-veld
en de tekst van het bericht worden genegeerd door het BTS. Na verwerking
van het bericht, krijgen gebruikers een bevestigingsbericht waarop ze
moeten antwoorden en pas nadien zullen de berichten in verband met deze
bug naar hen doorgestuurd worden.
Het is eveneens mogelijk om zich uit te schrijven op een bug. Zich
uitschrijven gebeurt door het sturen van een e-mail naar
nnn-unsubscribe@bugs.debian.org
. Ook nu worden
het onderwerp-veld en de tekst van het bericht genegeerd door het BTS.
Gebruikers krijgen dan een bevestigingsbericht waarop ze moeten antwoorden
als ze zich willen uitschrijven op de bug.
Standaard is het adres van de intekenaar, het adres dat te vinden is
in het Van:
-kopveld van het bericht. Indien u voor een ander
adres wilt intekenen, zult u dit moeten coderen in het intekenbericht.
Dit gebeurt in de volgende vorm:
nnn-subscribe-
\
localpart=
\
example.com@bugs.debian.org
.
In dit voorbeeld zal aan localpart@example.com
een
bevestigingsbericht over de intekening op bug nnn gestuurd
worden. Het @
-teken moet gecodeerd worden door het te
vervangen door een =
-teken. Op dezelfde wijze
zal een uitschrijving de volgende vorm aannemen:
nnn-unsubscribe-
localpart\
=
example.com@bugs.debian.org
.
In beide gevallen worden het onderwerp en de tekst van de e-mail
doorgestuurd naar dit e-mailadres bij de vraag om bevestiging.
Berichten die toekomen op submit
of bugs
,
waarvan het Onderwerp-veld begint met Bug#
nnn,
worden behandeld als een bericht dat gezonden werd naar
nnn@bugs.debian.org
. Dit is zowel bedoeld voor
achterwaartse compatibiliteit met e-mail die doorgestuurd werd vanaf
de oude adressen als voor het onderscheppen van vervolgmail die per
vergissing gezonden werd naar submit
(bijvoorbeeld bij het
gebruik van Allen beantwoorden
).
Een soortgelijke regeling geldt voor maintonly
,
done
, quiet
en forwarded
,
waarbij ontvangen e-mail met een tag in het Onderwerp-veld, behandeld
wordt als bedoeld voor het overeenkomstige adres nnn-iets@bugs.debian.org
.
Ontvangen e-mail met een eenvoudige forwarded
of
done
— d.w.z. zonder bugrapportnummer in het adres — en
zonder bugnummer in het Onderwerp-veld, zal gearchiveerd worden onder
junk
en zal gedurende enkele weken bewaard worden, maar voor het overige genegeerd worden.
X-Debian-PR: quiet
Vroeger was het mogelijk om te voorkomen dat het bugvolgsysteem
berichten die het ontving op debian-bugs
, naar ergens
doorstuurde door een regel X-Debian-PR: quiet
te plaatsen
in de eigenlijke kop van het bericht.
Deze regel in de kop wordt nu genegeerd. Stuur in de plaats daarvan
uw bericht naar quiet
of nnn-quiet
(of
maintonly
of nnn-maintonly
).